Waarom suiker en zoetstoffen?
Suiker: de fysieke representatie van het woord zoet! Een onmisbaar ingrediënt in alle heerlijke zoetigheden, van gebakjes tot frisdrank. Dit terwijl ze tegenwoordig ook steeds meer in hartige gerechten voorkomen. Door de jaren heen heeft suiker er veel broertjes en zusjes bij gekregen. Sommigen net zo zoet als suiker en anderen tot wel vijfhonderd maal zo veel. Allemaal met hun eigen voor en nadelen.
Geschiedenis
Voordat men suiker kon winnen werd gebruik gemaakt van honing om dranken en voeding zoet te maken. Ook planten en kruiden met een zoete smaak werden daarvoor gebruikt. De eerste vorm van suiker werd gegeten in India en omstreken. Het is zo’n 500 jaar voor de jaartelling dat men daar ontdekte hoe je suiker uit suikerriet kunt winnen. Ze kookten er een dikke bruine stroop van en lieten die uitharden tot suiker.
Het duurde tot de 11de eeuw dat suiker ook in West Europa bekend werd en dit als een nieuw kruid werd gezien. Toen de handel met het Oosten toenam, bevorderde dit ook de import van suiker. Net als vele andere specerijen was dit wederom iets voor de welbedeelden en werd suiker vaak als pronkstuk gebruikt. In een van mijn kookboeken met recepten uit 1500 staat zelfs dat in veel hartige recepten veel suiker en specerijen werden toegevoegd, vooral om de weelde aan te kunnen tonen en niet omdat dit heel smakelijk was.
Wederom was het mijnheer Columbus die hier een grote rol heeft gespeeld. Hij nam in 1492 op een van zijn reizen suikerriet mee naar de Caribische eilanden om te zien of de plant daar wilde groeien. Dit was een daverend succes en zorgde voor een grote suikerindustrie in Amerika. Het was een scheikundige uit Berlijn die ontdekte dat in suikerbieten dezelfde suiker voorkwam als in suikerriet. Deze werd een belangrijke suikerbron nadat Napoleon alle handel met het Britse rijk blokkeerde. Hierdoor werd importeren van suiker zo moeilijk dat men het zelf begon te verbouwen.
Zoetstoffen
Een van de grootste verschillen tussen suiker en zoetstoffen is dat de meeste zoetstoffen vaak veel minder calorieën met zich dragen. Ze worden vaak aan producten toegevoegd om ze uiteraard zoeter te maken maar tegelijkertijd het aantal calorieën laag te houden. Je hebt intensieve en niet- intensieve zoetstoffen. De niet-intensieve stoffen zijn half tot even zoet als suiker en zijn natuuridentiek. Dit betekent dat ze uit de natuur gewonnen kunnen worden, maar het vaak sneller en goedkoper is om deze in een laboratorium te maken. De intensieve zoetstoffen zijn 50 tot 3000 keer zo zoet als suiker en leveren nauwelijks tot geen calorieën.
Consumptie
In het Westen consumeert men tegenwoordig zo’n 30 tot 40 kilo suiker per persoon per jaar. In China en tropisch Afrika ligt dit getal veel lager. Wij zij in de loop van de jaren steeds meer loze calorieën gaan eten, mede door de opkomst van geraffineerde suiker. De suikerconsumptie neemt nog steeds toe en ook welvaartziektes als obesitas, al is een relatie tussen de twee nog niet wetenschappelijk bewezen.
Maar.. zoals een mooi gezegde luidt “Overdaad schaadt! Geniet ook van de heerlijke zoetigheden met mate.