Waarom malaria als medicijn tegen syfilis
Stel je voor, je leeft aan het begin van de 20e eeuw, een tijd waarop we vaak terugblikken op de geneeskunde en geregeld denken: ‘WTF!’ Een tijd waarin heroïne als medicijn werd gebruikt en het soms zelfs beter was om thuis uit te zieken dan naar de dokter te gaan, als we er zo op terugkijken. Stel je nu voor dat je in die tijd een weekend helemaal zat bent geworden en wakker wordt naast een raar ruikende prostituee. Zodra je plast brand het alsof iemand chilipepers in je urethra heeft geduwd. Je krijgt van de dokter te horen dat je syfilis hebt. Als je nu syfilis krijgt is het makkelijk te verhelpen met antibiotica, maar helaas was kwik vroeger het favoriete ‘geneesmiddel’. En hoewel kwik hielp tegen de verspreiding van soa’s (omdat de patiënt gewoon dood ging), is het niet bepaald iets wat je in je lichaam wilt hebben. En hoewel we syfilis nu vooral kennen als iets waarvan je geslachtsdelen gaan branden, kan het extremere gevolgen hebben. Syfilis kan, als je er te lang mee rondloopt, namelijk je zenuwstelsel aantasten. Denk hierbij aan mensen met dementie, epileptische aanvallen, blindheid en verlamming. Best ernstig dus, en zonder effectief geneesmiddel was het een serieus probleem. Gelukkig was er op dat moment een man die een idee had, een idee om de mensen van de wereld te genezen van syfilis. Deze man was dokter Julius Wagner-Jauregg.
Malaria als middel
Waar de meeste dokters je met verschillende pilletjes, drankjes en zalfjes behandelden was Julius toch anders. Hij was het creatieve type en dacht dat om een ziekte te bestrijden, je een andere ziekte kon gebruiken. Daarna zei hij waarschijnlijk ‘YOLO’ en bedacht hij een therapie waarbij malaria gebruikt werd om syfilis te bestrijden. En hoewel dit idee absurd klinkt werkte het wel en heeft hij er zelfs een Nobelprijs mee gewonnen. Ja, echt waar! Het probleem destijds was dat de doktoren wel wisten dat er een bacterie was die syfilis veroorzaakte, alleen was het een raadsel voor ze waarom die bacterie dodelijk was. Toen bedacht dokter Julius dat bacteriën dood gaan door een hevige koorts (koorts warmt het lichaam op zodat het bacteriën kan bestrijden). Nou is malaria verschrikkelijk goed in het geven van koorts, dus dokter Julius had hier een middel tegen syfilis gevonden. Het probleem daarna was natuurlijk wel dat je rondliep met malaria. Gelukkig hadden ze toen al wel medicijnen tegen malaria en kwam je dus toch af van je ziekte na de behandeling.
Desalniettemin ben ik wel blij dat we in een tijd leven waarin we gewoon antibiotica krijgen.