Waarom landen katten altijd op hun pootjes?
Als professionele lomperik weet ik wat het is om op precies de verkeerde plek te vallen. Vol verbazing en jaloezie kan ik dan soms ook naar katten staren. Zij overleven met gemak een val van een hoogte die vele malen groter is dan hun eigen lichaam en komen dan keurig op hun pootjes terecht. WRM kunnen zij dit wel en wij niet?
Die zogenaamde negen levens van een kat komen letterlijk niet zo maar uit de lucht vallen. Naast snorharen en een perfect zicht bij nacht hebben katten namelijk nog iets waar wij mensen alleen maar van kunnen dromen: de zogenaamde cat righting reflex. De definitie hiervan is dat katten de mogelijkheid hebben om zichzelf in de lucht, tijdens een val, te oriënteren en vervolgens in de juiste houding neer te komen. Bij kittens begint deze reflex zich vanaf een week of drie te ontwikkelen en na ongeveer zeven weken hebben ze het trucje onder de knie. Maar hoe doen ze dat dan?
Bouw
Katten hebben allereerst een ontzettend flexibele ruggengraat en hebben geen sleutelbeen. Tijdens een val oriënteert een kat zich vliegensvlug dankzij zijn goed ontwikkelde evenwichtsorgaan: is mijn kop boven en zijn mijn poten beneden? Vervolgens zorgt de reflex er voor dat de kat, zonder er over na te denken, zich snel omdraait en met de juiste kant naar beneden valt. Dit doet het beestje door te draaien met het bovenlichaam; de rest van het lijf volgt vanzelf.
Opkrullen en uitspreiden
Daar komt ook nog bij dat katten zich in zo’n val juist uitstrekken of meer opkrullen. Meer massa heeft meer kracht nodig om te bewegen. Vergelijk het maar met het uitspreiden van je handen op een ronddraaiende stoel. Als je je klein maakt draait de stoel snel, bij het uitspreiden van je handen gaat deze langzamer. Door het strategisch draaien van hun staart en uitstrekken van hun poten hebben katten een perfecte controle over de snelheid van hun draai, dus ook over welk gedeelte van hun lichaam het eerste op de grond komt.
Eekhoornstijl
Naast deze jaloersmakende reflex hebben katten nog wat andere fijne valgadgets tot hun beschikking. Hun kleine lichaam, lichte botstructuur en dikke vacht zorgen voor een lage maximale valsnelheid van ‘slechts’ honderd kilometer per uur. Ter vergelijking: bij een mens is dit bijvoorbeeld al een heftige 210 kilometer per uur.
Soms hebben katten ook nog tijd over na het maken van een draai. Omdat ze ook een zeer voordelige verhouding tussen hun volume en gewicht hebben, kunnen ze hun snelheid ook nog goed afzwakken door hun poten te spreiden, net als een vliegende eekhoorn. En de aankomst op de vloer? De luie beesten ontspannen hun spieren volledig tijdens een val, waardoor de impact minder heftig is. Ontspannen neerkomen met honderd kilometer per uur, dat zie ik ons nog niet doen!