Waarom zijn Nederlanders aardappeleters?
Vincent van Gogh schilderde zo rond 1885 het schilderij “de aardappeleters” . Een tafereel waar een boerengezin aan tafel uit een pot gekookte aardappels zit te eten. Hij legde hiermee nadruk op het feit dat zij deze aten met hun handen. Met diezelfde handen hebben zij de aarde omgespit om deze aardappels uit de grond te halen. Dit stond symbool voor hem als eerlijk verdiend eten. Ook voor het kleurgebruik in dit schilderij liet hij zich inspiren door de kleur van een ongeschilde aardappel.
Geschiedenis
Tijdens de ontdekkingsreizen naar Zuid-Amerika is de aardappel in Europa terecht gekomen. Hoogstwaarschijnlijk was Diego Amalya de eerste die ze meenam uit Chili of Peru. De Inca’s verbouwden deze plant toen al honderden jaren. Dus nee, van origine geen typisch Nederlands product. Het heeft ook een hele tijd geduurd voordat de aardappel daadwerkelijk werd geconsumeerd in Nederland. De Spaanse monniken waren verantwoordelijk voor het verspreiden van de aardappel door Europa, maar deze werd vooral als sierplant gebruikt. Het waren de koks aan het Franse hof die er voor het eerst mee aan de haal gingen. Door gebrek aan kennis wist men niet dat de stelen en bessen van de aardappelplant giftig waren waardoor juist die werden gekookt voor de koning en zijn gasten. De knollen daarentegen kwamen op de vuilstapel. Een tuinier ontdekte de knollen, probeerde ze uit en ontdekte dat dit prima eten voor zijn kinderen was.
Pas in 1727 werd in Friesland de aardappel als eten erkend en al snel werd het onderdeel van het dieet van het volk. Dit heeft heel erg met het klimaat en bodemsoort van Nederland te maken. Er werd ontdekt dat een aardappel goed gedijt op kleigrond: een type grond die in Nederland veel voorkomt. Voorafgaan aan de aardappel was tarwe het meest gebruikte zetmeelproduct in de Lage Landen. Deze was veel gevoeliger voor weersinvloeden in vergelijking tot de aardappel. Ook heeft de aardappel een veel langere houdbaarheid en een hoge voedingswaarde. Dit was erg gunstig voor de barre winters waarin vaak een voedseltekort was. In de 18e eeuw werd er in heel Europa aardappels verbouwd. Toch waren het de Belgen en de Nederlanders die de aardappel heet meest consumeerden. Rond die tijd was dat per hoofd zo’n kilo per dag. Tegenwoordig is dat nog maar zo’n 100 gram. Verder waren (en zijn) Nederlanders zeer bedreven in het verbouwen en cultiveren van nieuwe rassen. Denk hierbij aan rassen zoals Bintje, Eigenheimer en Rode ster. Dit in combinatie met van Gogh’s wereldberoemde schilderij bekroont Nederlanders tot “De Aardappeleters”.
Nog een leuk feit is dat, door zowel Nederlanders als Belgen, de aardappel wordt gezien als een losse productgroep/maaltijddrager terwijl in andere landen hij meetelt als een groentesoort.