Gave Gezegden: “Joost mag het weten”
“’Joost mag het weten’ wordt wel gezegd als men in ernstige verlegenheid wordt gebracht door een bepaalde, onmogelijk te beantwoorden vraag”. Zo meldt de bibliotheek Vlissingen. Nou moet ik toch zeggen dat ik aan dit spreekwoord een ietwat andere betekenis ontleen. Maar dat terzijde. Je vraagt je nu waarschijnlijk af wie die Joost dan mag zijn. En ik betwijfel ten zeerste of Joost dit zelf eigenlijk wel weet. Gelukkig weet ik het en jij na dit artikel hopelijk ook.
Vroeger werd wel eens beweerd dat deze alwetende Joost de beroemde Nederlandse dichter ‘Joost van den Vondel’ was. Deze bewering blijkt echter op een misverstand te berusten. Joost verwijst in deze context namelijk niet naar een daadwerkelijk persoon, maar naar de duivel. Ja mensen, goeie ouwe oom Lucifer. Zo simpel kan het zijn.
Hoe Satan nou aan zo’n oer-Hollands koosnaampje is gekomen, is iets minder duidelijk. Er bestaan zelfs uitdrukkingen waarin hij Hein, Hans of Piet wordt genoemd. Sommige mensen beweren dan ook dat de benaming haar oorsprong vindt in de gewoonte om de duivel een alledaagse naam te geven.
Anderen beweren dat de naam Joost een verbastering is van het Javaanse woord “Joos”. Joos was de benaming van een chinese godheid of een afbeelding daarvan. Hollanders pikten dit woord op het Indonesische eiland Java op, en maakten hier vervolgens Joost van. De betekenis zou vervolgens van ‘heidense god’ naar ‘duivel’ zijn verschoven.
Mocht iemand je in het vervolg dus vragen naar de herkomst van deze fabeltastische uitdrukking, dan hoef je je in ieder geval niet meer te beroepen op Joosts ongeëvenaarde eruditie.