Waarom kinderen geen blad voor de mond nemen
Onderweg van Amsterdam naar mijn ouderlijk huis stapte ik twee weken geleden gehaast op de intercity die mij naar Den Haag zou brengen. Direct nadat ik binnenkwam merkte ik het al: het stonk het op de gang. Ik zocht in de bovenste coupé een plekje in de hoop dat de geur daar mee zou vallen, echter zonder succes. En toch bleef ik net als iedereen gewoon zitten. Eenmaal bij Schiphol aangekomen stapte een familie met twee kleine koters de coupé binnen, waarvan de jongste het niet kan laten om onder luidt protest “Maar hier stinkt het ook” te exclameren. Ondanks dat we het allemaal dachten, was hij de enige die er ook maar iets over zei. Heerlijk, die eerlijkheid. Een typisch voorbeeld van WRM ik kinderen zo leuk vind. Al heb ik in levende lijven ondervonden dat die kinderlijke eerlijkheid ook voor pijnlijke en ongemakkelijke momenten kan zorgen. Zo voel ik mij soms een egoïstische levensgenieter wanneer mijn kleine zusje mij tijdens een stevige omhelzing verwijt dat ik nooit meer thuis ben, omdat ik veel te druk ben met mijn Amsterdamse leventje. Ook niet te vergeten: de keren dat baby’s naar mijn borsten hebben gegrepen in de veronderstelling dat daar ook iets van melk uit zou komen. Gênant. Toch zijn er goede redenen om te verklaren WRM kleine kinderen zo verschrikkelijk impulsief zijn.
Inlevingsvermogen
Het heeft allereerst natuurlijk te maken met het aanleren van sociale codes. Omdat we godzijdank niet allemaal voorgeprogrammeerde machines zijn, die worden geboren met het boek Zo gedraag je je tegenover anderen voor dummies onder onze arm, is het de taak van de opvoeders om kinderen duidelijk te maken wat wel en niet kan volgens onze ongeschreven sociale regels. Hoe dolgraag ouders het wellicht zouden willen, dit proces gaat helaas niet over één nacht ijs. Het vergt veel tijd en geduld. Een meespelende factor is dat peuters zich pas vanaf hun derde levensjaar beginnen te realiseren dat er ook iets bestaat als ‘anderen’ met eigen gevoelens en gedachten waar ze rekening mee moeten houden. Zolang dit besef er niet volledig is, zal een kind makkelijker dingen eruit floepen of zich ongepast gedragen omdat het simpelweg moeite heeft met het inleven in anderen.
Explosief
Maar ook vanuit de hersenen kan kinderlijke eerlijkheid verklaard worden. Het brein is namelijk zo’n beetje het enige orgaan wat zich zeker tot de pubertijd nog verder ontwikkelt. Vooral het voorste hersengebied, de prefrontale cortex, moet na de geboorte nog flink doorgroeien. Dit heeft tot gevolg dat de prefrontale cortex in onze jeugd nog niet honderd procent functioneert. En laat dit nou net het gebied zijn dat wordt geassocieerd met onder andere het vormen van doelen en keuzes, persoonlijke identiteit en inhibitie. Een wereldberoemd voorbeeld komt uit 1848, toen een man genaamd Phineas Gage tijdens een explosie werd doorboord met een metalen staaf die door zijn kin doorschoot naar de voorkant van zijn hersenen. De man had het wonderlijk genoeg overleefd, maar zijn persoonlijkheid was voor altijd veranderd. Hij was plotseling niet meer in staat zich sociaal en begripvol naar anderen op te stellen zonder daarbij zijn temperament te verliezen. Een fenomeen dat overigens ook kan optreden bij mensen die hebben geleden aan een hersenbloeding in de frontale hersengebieden.
Het morele kompas
Een voorwaarde van het correct toepassen van sociale regels is bijvoorbeeld het aanvoelen van wanneer we iets zonder probleem kunnen zeggen of wanneer we beter onze mond kunnen houden. Op je eerste werkdag tegenover je baas beweren dat hij misschien wat harder zijn best moet doen in de sportschool is misschien niet zo’n goed idee, evenals je nieuwe vriendin erop wijzen dat ze niet kan zoenen. Ongeacht of dit waar is of niet. Er wordt beweerd dat de prefrontale cortex in dit soort situaties als een soort moreel kompas optreedt en ongepast gedrag zo veel mogelijk remt. Gegeven dat de prefrontale cortex in kinderen nog niet volgroeid is en dus nog niet optimaal functioneert, zou dit kunnen verklaren WRM kinderen moeite hebben om hun ongemakkelijke vragen en rare uitspattingen te remmen.
Probeer de volgende keer wanneer je kleine neefje roept dat hij je nieuwe kapsel intens lelijk vindt, het dus niet al te letterlijk te nemen. Hij kan er namelijk ook niets aan doen dat zijn morele kompas nog niet helemaal naar het noorden wijst. Wees eigenlijk maar gewoon blij dat iemand zijn ongezouten mening deelt.