Waarom je superfoods toch niet zo super zijn
Quinoa, chiazaad, gojibessen en hennepzaad. Dit zijn een paar voorbeelden van de zogenoemde ‘superfoods’. Deze ingrediënten van te dure smoothies ken je waarschijnlijk wel en de kans is groot dat je ze zelf ook weleens gebruikt. Zo niet, dan heb je er ongetwijfeld over gehoord van een vriend of vriendin die zich bezighoudt met gezondheid, of van die hipster die er de hele dag over praat. Deze superfoods hebben een aardige reputatie opgebouwd omdat ze, de naam zegt het al een beetje, supergezond zijn. Neem bijvoorbeeld de hierboven genoemde quinoa. De zaadjes van deze plant zitten bomvol proteïnen (to bulk and lift, bro!), leveren veel voedingsstoffen, bevatten geen gluten en maken je geniaal genoeg om een duet op te nemen met Kanye West (oké, één van deze dingen is niet bewezen). En quinoa is niet het enige superfood dat zo tof is. Zo heb je bijvoorbeeld ook chiazaad, wat weer vol zit met omega-3-vetzuren (die onder andere je cholesterol verlagen en belangrijk zijn voor je hersenstofwisseling). Ik zou nog een hele pagina vol kunnen schrijven over hoe fantastisch deze superfoods zijn, maar je snapt het idee wel: deze voedingsproducten hebben de titel ‘superfood’ ruimschoots verdiend.
Maar WRM is er dan iets fouts aan?
Zoals de titel al deed vermoeden, zijn deze superfoods echter helemaal niet zo super. Als je nu je yoghurt met hennepzaad verorbert en bang bent dat het niet gezond is, kan ik je geruststellen. Je yoghurt is nog steeds gezond, maar het probleem zit hem in iets anders. Door de hype die er is ontstaan rond superfoods, is de vraag ernaar enorm gestegen. Neem bijvoorbeeld quinoa: de vraag ernaar is achttien keer zo hoog vergeleken met tien jaar geleden. Daarmee is de prijs per kilo dus ook vertienvoudigd. Met dit tempo is quinoa binnenkort net zo populair als Nutella en bacon, om maar wat te noemen. En hetzelfde geld voor acaibessen, boerenkool (serieus, dit is ook een superfood!) en nog vele andere superfoods. Het probleem is dat, voordat wij deze producten hier hip en bijzonder vonden, ze erg belangrijk waren voor de mensen uit de landen waar we de superfoods vandaan halen. En aangezien de prijzen soms wel vertienvoudigd zijn, is dit wel heel chill voor de boeren die deze gewassen verbouwen, maar voor de mensen die afhankelijk zijn van dit voedsel is het, simpel gezegd, behoorlijk kut. De superfoodrage zorgt er namelijk voor dat, in landen als Bolivia en Peru, arme mensen over moeten stappen op ander voedsel. Vaak is dit voedsel waar minder voedingsstoffen in zitten, zoals noodles en rijst. Hetzelfde geldt voor de acaibes: deze bes werd veel gegeten door de bewoners van het Braziliaanse Amazonegebied. Omdat hij relatief veel vitamines en mineralen bevat, was de acaibes altijd een belangrijk voedingsmiddel voor de wat armere mensen. Helaas is dit gewas nu ook te duur voor ze geworden, door de stijgende populariteit ervan in westerse landen.
Wat kunnen we hieraan doen? Ik weet het eigenlijk niet. Maar ik ga uitzoeken wat we het beste kunnen doen en dan laat ik het jullie weten. Voor nu is mijn advies echter: koop iets minder vaak superfoods en eet wat vaker groentes die uit de buurt afkomstig zijn. Want die zijn misschien niet super, maar nog steeds erg gezond!