Waarom wordt alles leuker als de zon schijnt?

Man, wat is het heet. Terwijl mijn vingers zich over het toetsenbord bewegen bij het schrijven van dit artikel, schijnt de zon vol in mijn huis. In mijn hoofd hoor ik het stemmetje van mijn moeder, die zich afvraagt wanneer ik dan toch eindelijk gordijnen ga ophangen. Ondertussen probeer ik het voor mijzelf aangenamer te maken door ramen en deuren tegenover elkaar open te zetten, maar het mag niet baten. Welke gek gaat dan ook met dertig graden binnen achter een laptop schrijven, hoor ik mijzelf denken. Ik besluit een rustig terrasje in de schaduw op te zoeken om verder te typen. Ik zit nog geen moment op mijn fiets of ik word weer spontaan vrolijk. Amsterdam lijkt, als de zon schijnt, wel twee keer zoveel inwoners te hebben, die plotseling allemaal in het park, op een terras of, nog beter, op een boot te vinden zijn. Overal klinkt muziek en er wordt gelachen, gedanst en geflirt. Soms lijkt het wel of we in de zomer de beste versie van onszelf zijn. Over het algemeen weten we allemaal dat wanneer de zon schijnt we plotseling veel energieker zijn, wat ertoe leidt dat we ons beter voelen. Maar WRM eigenlijk? Waar komt deze energieboost vandaan? Iets met vitamine D, hoor ik jullie denken. Maar klopt dat eigenlijk wel?

Super D
Het is inderdaad zo dat ons lichaam onder invloed van uv-straling uit zonlicht cholesterol in onze huid kan omzetten in vitamine D. Dit proces is best bijzonder, aangezien er maar weinig vitamines zijn die door het lichaam zelf gemaakt kunnen worden. Veel essentiële vitamines krijgen we binnen via ons voedsel. Dus terwijl we op een zomerse dag liggen te bakken in de zon, wordt zo’n zeventig tot negentig procent van de benodigde hoeveelheid vitamine D in ons lichaam geproduceerd. Dat we hier extreem blij mee moeten zijn, heeft een aantal redenen. Ten eerste bevordert vitamine D de opname van calcium in het lichaam en is dus van belang voor sterke botten en een sterk gebit. Vitamine D is daarnaast essentieel voor goed functionerende spieren. Maar dat is niet alles. Vitamine D lijkt ook het immuunsysteem een boost te geven en helpt zo bij het onschadelijk maken van bacteriën. Hierdoor worden we minder snel ziek.

Gelukshormoon
Een gezonde hoeveelheid zonlicht is dus zeker niet slecht voor je, mits je uiteraard wel rijkelijk blijft smeren met factor vijftig. We weten namelijk allemaal dat te veel zonlicht ook schadelijk kan zijn en de kans op onder andere huidkanker vergroot. Wanneer we dat in gedachten houden, is het eigenlijk best vreemd dat we het oké vinden om soms uren achter elkaar in de zon te blijven liggen. En dan stiekem best trots zijn als ’s avonds onder de douche blijkt dat het deel waar je bikini of zwembroek zat wit afsteekt bij de rest van je lichaam. Recent onderzoek beweert echter dat de drang die de meesten van ons voelen om naar buiten te gaan, zo gauw er ook maar één zonnestraal schijnt, verklaard kan worden door een verhoogde afgifte van endorfine als gevolg van blootstelling aan zonlicht. Endorfine, beter bekend als het gelukshormoon, is een stof die invloed heeft op onze hersenfunctie waardoor het als natuurlijke pijnstiller fungeert en zorgt voor een gevoel van geluk of euforie. Het is daarom zo gek nog niet dat we ons fitter en alerter voelen wanneer de zon schijnt. We zien door endorfine de wereld plotseling door een roze bril.

Ten slotte is het waarschijnlijk dat er ook psychologische en sociale factoren meespelen. Het feit dat we, wanneer de zon schijnt, beter bereid zijn dingen te ondernemen, zoals het oppakken van een hardloopschema, een dagje strand of het organiseren van een barbecue voor al onze vrienden, draagt ook zeker bij aan een blij, actief gevoel.

Ik heb ondertussen tevreden mijn fiets in een fietsenrek gestald en op het terras toch maar een plekje in het zonnetje uitgezocht. Geef mij maar zo’n endorfineshot, met een koel glaasje water uiteraard.