Waarom plakt secondelijm niet vast aan de tube?
Wellicht is dit niet een vraag waarover je dagelijks het hoofd breekt, maar ben je toch nieuwsgierig naar het antwoord nu de vraag gesteld is. Want WRM is een drupje secondelijm genoeg om je vingers aan elkaar te plakken, terwijl je de dop vlot van de tube af kan draaien?
Om een volledig antwoord op deze ogenschijnlijk simpele vraag te kunnen geven, heb ik mij verdiept in de wereld van de lijmsoorten. Er blijkt namelijk een hele wetenschap achter dit klevend goedje te schuilen.
Er bestaan verschillende lijmsoorten. Klassieke lijmen (bandenplaklijm, houtlijm en papierlijm) zijn opgelost in een oplosmiddel. Hierdoor is de lijm smeerbaar. Bij het aanbrengen verdampt dit oplosmiddel, waardoor de lijmverbinding tot stand komt.
Bruggen bouwen
Bij zeer sterke lijm, zoals secondelijm, vindt er een chemische reactie plaats. Schrik niet van het woord chemie, ook als er inmiddels een scala aan schimmels op je oude Binas groeit kan je rustig doorlezen. Het is namelijk heel eenvoudig. In de tube zit eigenlijk geen lijm, maar cyano-acrylaat. Dit goedje is een acrylhars, familie van het materiaal dat acrylverf hard laat worden. Het reageert met hydroxide-ionen (OH-), die onderdeel vormen van water. Het vocht in de lucht is voldoende om deze reactie te laten plaatsvinden, waarbij er dus lijm ontstaat. De chemische reactie die plaatsvindt, wordt polymerisatie genoemd. Hierbij worden alle losse moleculen van het cyano-acrylaat aan elkaar ‘gelijmd’ tot een chaotisch netwerk van ketens dat muurvast zit. De lange chemische ketens kan je als een soort ‘bruggen’ zien tussen de delen die aan elkaar worden gelijmd. Bij deze reactie komt azijnzuur vrij, en dat ruik je.
Zolang er geen vocht is, kan het cyano-acrylaat niet reageren tot lijm. Daarom is het belangrijk dat je de tube goed afsluit met een speciale dop. Je kan lijm het beste in de koelkast bewaren, omdat de luchtvochtigheid daar door de kou lager is. In lijmtubes wordt ook een zuurstabilisator toegevoegd, om een voortijdige reactie te voorkomen. Hierdoor zal de lijm niet aan de tube plakken. Pas als het in aanraking komt met vocht, wordt het zuur geneutraliseerd en kan de polymerisatie plaatsvinden. Dus zolang de secondelijm in de tube zit, zal hij niet kleven.
Nog even blijven plakken
Omdat de lijm niet alleen met zichzelf reageert, maar ook met de eiwitten op je huid, is hij niet zo gemakkelijk los te krijgen. In Thailand pleegde iemand zelfs een keer zelfmoord door zijn mond en neus dicht te lijmen. Als je zelf nog eens onder de plak zit, kan het superoplosmiddel aceton helpen om de lijm weker te maken. Aceton zit in onder andere nagellakremover.
Dat lijm aan je huid blijft kleven kan ook een heel gunstige eigenschap zijn. Chirurgen hebben inmiddels een variant ontwikkeld van secondelijm die gebruikt wordt om wonden aan elkaar te plakken. Dit werkt snel en geeft, in tegenstelling tot een hechting, geen littekens.
Iemand lijmen is dus op meerdere manieren gunstig.
Bronnen tekst:
www.technopolis.be
www.wikipedia.nl/lijm