Waarom roepen we ‘au’ bij pijn?

2 minuten

Je hebt vanmorgen weer te lang getreuzeld en hebt nu dus verschrikkelijke haast. Je grijpt je jas en je tas, je rent naar de deur en gooit hem zo snel mogelijk achter je dicht. ‘Auww!’ roep je, misschien gevolgd door een vloek of twee. In de haast heb je de deur dichtgegooid terwijl je vinger er nog tussen zat. Maar WRM riep je nu eigenlijk ‘au’ of ‘auw’? En niet iets totaal anders?

Eigenlijk stel ik hier een beetje twee vragen in één: WRM roepen we als we pijn hebben en WRM roepen we dan au? Om maar bij het begin te beginnen, roepen we alleen als de pijn onverwacht komt. Bij pijn die je aan ziet komen, gebeurt dit meestal niet. Zo gaan de meeste van ons niet hysterisch gillen als de dokter een naald in onze arm duwt om bloed te prikken. Een uitroep is namelijk de meest korte manier om aan je omgeving aan te geven dat er iets mis is. Op het moment dat je ‘auw’ roept in een drukke straat, zullen er veel hoofden draaien om te kijken wat er aan de hand is. Het roepen is dus een overlevingsmechanisme: je waarschuwt andere mensen om in actie te komen en jou te helpen.

Maar WRM roepen we dan ‘au’ of ‘auw’ als we ons bezeren? Allereerst moeten we dan eerlijk toegeven dat er wel wat variatie is. Ook bij ‘aaaag’, ‘ai’ en ‘autsj’ kun je ervan uitgaan dat de roepende persoon zich bezeert heeft. Toch is het niet zo dat we willekeurige geluiden maken als we met onze kleine teen blijven haken achter de tafelpoot. We jodelen niet spontaan ‘lalala’ of ‘tuuuuu’. Een uitroep bij pijn wordt gekenmerkt door een plotseling begin, een hoge intensiteit en een relatief korte duur. Over het algemeen begint een uitroep met een a-klank omdat dat nu eenmaal de klank is die je maakt als je mond en je spraakkanaal wijdt open staan. Daarna doe je je mond snel weer dicht en ontstaat er een afzwakkende klank die lijkt op ‘auw’. Alle klanken die je daarna nog uitstoot zijn alweer bij een gesloten mond. Bij ‘autsj’ ben je dus na ‘au’ al over de initiële schrik heen en verleng je uitroep enkel nog.

Toch is het niet zo dat we overal ter wereld op dezelfde manier aangeven dat we pijn hebben. Zoals hierboven besproken beginnen we met een ‘open’ klinker, gevolgd door een afzwakkende medeklinker. Een fransman maakt hier ‘aaij!’ van, terwijl een Duitser ‘Autsch’ en ze er in Israel ‘oi’ van maken. In Aziatische landen is het iets anders, omdat de au en aij klanken niet in hun talen voorkomen. Chinezen roepen iets dat lijkt op ‘jai’ en de Japanners ‘itai’. Ook dieren kunnen in bovengenoemde klanken flink wat schreeuwen! Zeehonden, geiten en katten klinken soms net als mensen. Gelukkig doen ze dat ook zonder pijn te lijden.

Bron afbeelding:  Greg Westfall

O.a. gebaseerd op de volgende bronnen:
Max Planck Institute for Psycholinguistics
“Waarom roep je ‘au’ bij plotselinge pijn?”, door Mark Dingemanse (Kennislink Vragenboek, 2013, link) en op “Waarom zeggen we ‘au?’ uit Quest Vraag & Antwoord (link)

Hoeveel liefde voor dit artikel?
     0votes
Thanks! We zullen er meer liefde in stoppen.

Zonder vragen geen antwoorden!
Bij het WRM magazine onderzoeken we dagelijkse fenomenen waarvan we weten dat ze zo zijn, maar nog niet waarom ze zo zijn.

Alles over WRM? Magazine

Abonneer

Abonneer je nu op de WRM? Nieuwsbrief!