Geloof & Bijgeloof: Waarom hebben zoveel mensen kabouters?
Een klein mannetje met een rode muts, lange baard, soms met een knapzak, soms met een lantaarn. Met een hengeltje bij de vijver, of op een steen in de tuin. Wat hebben mensen toch in hemelsnaam met kabouters? En waarom staan ze altijd op de schoorsteen en in de tuin? In deze tweede editie van de rubriek Geloof & bijgeloof gaat het over het volksgeloof rond de kabouter.
Wat betekent een kabouter?
Kabouter zou zijn afgeleid van het woord kuba-walda wat ‘huisbewaarder’ betekent of kuba-hulþa wat staat voor ‘het huis welgezinde.’ In de klassiek Romeinse tijd zocht men zijn bescherming en voorspoed niet alleen bij de klassieke goden , maar ook bij de huisgoden.
Kabouters komen in allerlei verschillende vormen in verschillende culturen voor. De Nederlandse kabouter en de Duitse Kobold zijn etymologisch aan elkaar verwant. Het woord betekent beschermende huisgeest. Vanaf de 13e eeuw werden van deze Kobolden beeldjes gesneden uit alruin, een plant die geneeskrachtige eigenschappen bezit. Deze beeldjes werden in de woonkamer gezet. Dit beeldje zou geluk en welvaart brengen, maar als hij slecht behandeld werd, kon hij een plaaggeest worden. Zo is het karakter van een kabouter dan ook te beschrijven. Kabouters leven onzichtbaar of verborgen voor de mens.
WRM staan kabouterbeeldjes vaak op de schoorsteen?
Dat is omdat de haard de toegang is tot de Geestenwereld. Via de schoorsteen ga je naar de buitenwereld en onder de haardsteen ga je naar de onderwereld. Via de schouw kan de kabouter schouwen en verder kijken dan de materiële wereld. De heks, de Sint en de elfen gaan via de schoorsteen, de kabouters via de haard. Via de schouw houden de kabouters een oogje in het zeil! Abe van der Veen, mythe- en sprookjesverteller, beschrijft kabouters als een connectie met die andere wereld waar wij onze energie en onze inspiratie vandaan halen. De kabouters zijn bijna altijd mannetjes, maar zij wonen in de haard, het ultiem vrouwelijke.
Maar WRM bestaan kabouters? En WRM zetten wij die in de tuin?
Het idee hierachter is dat geestelijke entiteiten de wereld om ons heen vormen, de geestelijke wereld is realiteit. Hoe ziet dit er dan uit? Nou de mens vormt zich daar een beeld bij, in dit geval een klein mannetje met een rode puntmuts en een baard. Kees Zoeteman, oud directeur-generaal van VROM, gelooft stellig in kabouters. Hij legt dit als volgt uit:
‘Er is dus in het midden van de vorige eeuw een besluit geweest in de natuurwetenschappen: we erkennen alleen wat we met onze zintuigen waarnemen. Dat heeft ons natuurlijk bevrijd van heel veel bijgeloof (…) maar het is mijn overtuiging dat je daarmee een stuk van de werkelijkheid buiten beschouwing laat. De wereld van de oorzaken van datgene wat we waarnemen. We kunnen de zwaartewet van de zwaartekracht beschrijven en noem maar op alle natuurwetten… maar wie, welke krachten veroorzaken die natuurwetten… en dan kom je weer bij deze wezens uit, dat er geestelijke wezens zijn die zorgen dat de zwaartekracht bestaat.’
(bron: VPRO-actualiteitenprogramma Lopende Zaken. ‘En dan kom je toch weer bij die wezens uit.’
De tuinkabouter is dus een geschenk van de mens aan de natuurgeesten.
De kabouter is nog steeds populair, ze komen voor in verschillende sprookjes en staan in menig volkstuin. Ook zijn er zekere kabouterverzamelaars (zie Man Bijt Hond) die toch echt geloven dat ze bestaan. Of ze bestaan of niet, kabouters zijn grappig en kunnen van alles meemaken. Een populaire kabouter is de kabouter in de Franse film Amélie, die de hele wereld rondreist.
De kabouter is een door de mens gevormd iets dat geluk en voorspoed verkondigt en ons leven een stuk leuker en aangenamer maakt. Veel dingen die mensen niet begrijpen worden, aan de kabouter toegeschreven, ‘dat zullen de kaboutertjes wel hebben gedaan!’ Een bijgeloof of niet, de kabouter biedt de mens troost en vreugde.