Waarom is sneeuw wit?
Geen blauwe hemel, maar grijze wolken en witte sneeuw.
Grote witte vlokken die in de winter naar beneden komen dwarrelen: een mooi schouwspel. Althans, zolang je maar binnen zit. Wanneer je naar buiten gaat verandert dit mooie natuurverschijnsel in een uitdaging. Die brutale witte vlokjes maken het (bijna) onmogelijk om met de auto of trein op tijd ergens in Nederland terecht te komen. Geen rijbewijs en is je OV-saldo en bankrekening leeg? Tja, dan wordt het al gauw de transformatie tot sneeuwpop, mede mogelijk gemaakt door jouw tweewieler of eigen benenwagen.
Sneeuw. Het eerste wat waarschijnlijk in je opkomt is: ‘wit’.
Maar waarom is sneeuw eigenlijk wit?
Een sneeuwlaag bestaat uit allerlei ijskristallen, heel veel ijskristallen. Wanneer je een beetje sneeuw in je hand hebt en het goed bekijkt zie je dat het eigenlijk niet wit, maar doorschijnend is. Kleurloos en doorschijnend, er gaat licht door heen. Hoe kan het dan toch wit zijn? Houden onze hersenen ons voor de gek?
Nee. Er is iets anders aan de hand. Sneeuw is wit, doordat alle ijskristallen op elkaar zijn gestapeld, over elkaar heen gegooid en neer zijn gedwarreld. De lichtstralen die in deze kristallen komen kunnen op verschillende manieren er op vallen, maar ook via verschillende wegen er weer uit komen. De richting is dus niet bij de ‘ingang’ en ‘uitgang’ van de kristal gelijk. Daarnaast verandert de lichtstraal ook weer doordat hij, na de eerste ijskristal, weer op een andere ijskristal valt (die net iets anders ligt).
De ijskristal bevat veel luchtbelletjes die het licht weerkaatsen. Hierdoor wordt het licht door breking, buiging en weerkaatsing uiteengesplitst tot alle kleuren van de o zo bekende regenboog. Deze lichtstralen gaan echter alle kanten op door de verschillende ‘uit- en ingangen’ van de ijskristallen, waardoor de individuele kleuren zich weer samen combineren tot wit. Het eindresultaat van moeder Natuur is daardoor een ondoorzichtige sneeuwlaag en een ‘witte’ kleur van de sneeuw.
Dus stick to your momma’s advice: ‘Don’t eat the yellow snow.’